Dokter zijn gaat over de arts-patiëntrelatie. Over voldoening halen uit je werk, waardering krijgen van patiënten, iets betekenen, zinvol bezig zijn, motivatie en passie. Dat is wat inspireert en waarvoor je die extra stap wilt zetten.
Dat contact tussen twee mensen, de één professional en de ander patiënt. Beiden kwetsbaar, maar op een andere manier. Na alle doktersverhalen te hebben gehoord is de conclusie van Myra van den Goor dat je als dokter een intense toewijding aan de patiënt voelt en dat ‘humanistic practice’ het hart vormt van dokter zijn. Gelukkig niet heel verrassend, maar wel geruststellend. En juist daarom belangrijk om te constateren.
Dokter zijn is overduidelijk mensenwerk. Je probeert de ander te helpen, vaak op zijn of haar meest kwetsbare momenten in het leven. Je komt heel dichtbij, letterlijk en figuurlijk. Je dringt binnen bij de ander, zowel emotioneel als fysiek. En precies deze interactie, dit menselijke contact, vormt de kern van dokter zijn. Vanuit deze connectie het beste voorhebben met de persoon of personen die tegenover je zitten. Daar een extra stap voor willen zetten als dat nodig is. Dat doe je ‘gewoon’ als dokter. Binnen en ook buiten je werktijd. Maar is dat wel zo ‘gewoon’? Hoe denk jij hierover? >>>