+(073) 615 99 40 Wisent 14 - 's Hertogenbosch

Vakbroeders én broeders

Michael Muller en Jeroen van Waarde werken als psychiaters in het Rijnstate Ziekenhuis in Arnhem. Op de werkvloer delen ze lief en leed met elkaar. Daardoor is er een band ontstaan die verder gaat dan collegialiteit. Een gesprek tussen twee (vak)broeders over kameraadschap.

Wat is jullie definitie van kameraadschap?

Jeroen: “Voor mij is het méér dan collegialiteit. Als collega’s heb je een professionele relatie, een kameraad is veel meer dan dat. Kameraadschap betekent dat je zorgt voor elkaar. Zaken van elkaar overneemt, zonder gedoe.” 
Michael: “Collegialiteit is voor mij een operationeel begrip, dat de romantiek van ons vak wegneemt. Kameraadschap gaat ook over de ‘duistere’ kant van het vak, dat je fouten mag maken. Als professional kun je dat op waarde schatten en als kameraad vergeef je dat. Dan weet je: dit is binnen de bandbreedte en je spreekt elkaar aan met een lach. Dat op een goede manier aanspreken kan alleen als je kameraden bent van elkaar.” 
J: “Zonder kameraadschap zouden we deze complexe toko niet kunnen runnen.”
M: “Als die diepere verbondenheid er is, functioneer je lekker en kost je werk minder energie. Het is een emotionele container die veiligheid biedt, een schokabsorbeerder.”
J: “Werk en privé vervloeien bij mij hoe dan ook met elkaar, dus het heeft geen zin om ze te scheiden. Die mindset geeft me vrijheid. Dat niet zo strikt scheiden van ziekenhuis en thuis hoort voor mij ook bij het kameraadschappelijke.”

 
Hoe is het met het kameraadschap binnen jullie groep gesteld?

Jeroen: “Dat zit hier in de muren. Op een plek als deze is die verbondenheid dan ook hard nodig. We worden enorm op de proef gesteld door onze patiënten, dan moet je kunnen vertrouwen op elkaars kracht. Ik kan ervan op aan dat Michael de keuzes snapt die ik op dat moment maak. Onze werkomgeving duldt eigenlijk niet dat je het niet kameraadschappelijk doet.”
Michael: “Onze spreuk is altijd geweest: een voor allen, allen voor een. Dat maakt ons als team plooibaar en flexibel. En naar buiten toe tonen we body. We worden echt gezien als één groep.”
J: “Weten dat we elkaars rug hebben, geeft heel veel arbeidsvreugde. Het zorgt ervoor dat ik nooit uitgeblust van mijn werk vandaan kom. De eerste jaren dat ik hier in het ziekenhuis werkte, woonde ik nog in Amsterdam. Dat betekende vroeg opstaan en pas laat weer thuiskomen. Door de kameraadschap is dat zonder energieverlies gegaan.”

 
Is het lastig voor nieuwe collega’s om hun plek te veroveren?

Michael: “Bij het aannemen van een nieuwe collega kijken we heel goed of die persoon ook past binnen onze groep. Lacunes in kennis en techniek zijn bij te leren, maar wat je iemand niet kunt leren, is om aan te sluiten bij de groep en daar onderdeel van te zijn. Daarom gaan we altijd uit eten met een potentiële, nieuwe collega.”
Jeroen: “Je krijgt dan meteen een gevoel bij de ander. De basiswaarden moeten matchen. Het hoeft echt niet zo te zijn dat we allemaal hetzelfde denken of vinden. Meer dat je elkaar snel vindt in wat je oké vindt of niet.”

 
Speelt humor een belangrijke rol bij kameraadschap?

Jeroen: “Humor is misschien wel het belangrijkste. Om elkaars gekkigheid kunnen lachen. Samen de slappe lach hebben. Dat maakt het ook makkelijker om wrijvingen die er zijn te kunnen delen, zodat je niet de botte boer naar buiten toe bent. En ook dat we onder elkaar grappen kunnen maken over andere instellingen, zodat we als er weer overleg is met zo’n instelling we gewoon professioneel en constructief kunnen zijn.”
Michael: “Wat ook kameraadschap typeert, is het maken van grove grappen. Binnen een goed functionerende groep kan dat. We respecteren al onze patiënten en behandelen ze goed, maar onderling moet je daar ook grappen over kunnen maken. Dat kan heel makkelijk worden uitgelegd als een gebrek aan professionaliteit en je zakt op alle CanMeds-criteria door het ijs, maar het moet er zijn. Anders gaat het fout.”

 
Wat doen jullie om de kameraadschap te stimuleren en onderhouden?

Michael: “Tweemaal per jaar gaan we op maatschapsweekend. Altijd met een verplichte overnachting, ook al is het dicht bij huis. Daarnaast dineren we regelmatig met elkaar. Er zijn partnerdiners, assistentenetentjes en ieder maatschapsoverleg wordt ook gecombineerd met een diner.”
Jeroen: “Uit dat soort avonden zijn de beste plannen voortgekomen. Dan zie je hoe waardevol het is om in een ontspannen omgeving en zonder op de klok te hoeven kijken tijd met elkaar door te brengen. Niet als collega’s, maar als kameraden.”